NEDERLAND - In de laatste twee jaar steeg het aantal jongeren dat betrokken is bij messteekincidenten. Of deze trend zich doorzet, is nog niet te zeggen. Maar het is zonder meer een zorgelijke ontwikkeling die vraagt om een brede maatschappelijke aanpak.


Cijfers over het aantal messteekincidenten waarbij minderjarigen zijn betrokken, zijn niet eenvoudig te herleiden uit het politieregistratiesysteem. De politie registreert dergelijke incidenten op verschillende manieren, afhankelijk van de zwaarte van het incident. Dat betekent dat elke andere zoekvraag leidt tot andere cijfers. Omdat in deze overzichten dezelfde zoekvraag is gebruikt voor meerdere jaren, is het wel mogelijk om trendmatige conclusies te trekken.

De resultaten laten zien dat in relatieve zin sprake is van een toename van het landelijk aantal geregistreerde messteekincidenten in de laatste jaren. De betrokkenheid van minderjarigen daarbij is opvallend toegenomen, met name in de laatste twee jaar’ , zegt Anja Schouten, portefeuillehouder Jeugd bij de politie. Den Haag, Rotterdam en Amsterdam hebben daar al eerder cijfers over naar buiten gebracht, vooral omdat in deze gemeenten in de afgelopen periode meerdere ernstige incidenten hebben voorgedaan.

Trends
In 2018 en 2019 steeg het aantal jonge verdachten dat betrokken is bij messteekincidenten. Let wel, betrokkenheid wil niet zeggen dat de jongere ook de dader is, wel dat hij of zij bij het incident betrokken was. Daarnaast zijn er meer messen bij minderjarigen in beslag genomen. Hierbij ook de kanttekening dat een stijging van inbeslagnames niet automatisch betekent dat het bezit van steekwapens is toegenomen. ‘Steekincidenten onder jongeren zijn niet nieuw’, zegt Schouten. ‘Messen zijn een veelgebruikt wapen; niet alleen door jongeren. Sterker nog, het grootste aandeel messteekincidenten komt voor rekening van volwassenen, zo blijkt uit de hier gepresenteerde cijfers. Of de toename van betrokken minderjarigen een ontwikkeling is die doorzet, is op dit moment niet te zeggen. Maar het is hoe dan ook zorgelijk en iets om goed in de gaten te houden.’

Maatschappelijk probleem
De aanpak van steekincidenten onder jongeren rust niet alleen op de schouders van de politie. De regie ligt in handen van de gemeenten die daarbij optrekken met andere partners; zoals de politie, maar ook scholen, jongerenwerk, en ouders. Schouten: ‘De gemeenschappelijke boodschap zou moeten zijn dat het dragen van een wapen onacceptabel is. Dat jongeren met messen rondlopen is niet normaal’, vindt Schouten. ‘De aanpak van dit probleem zou niet anders moeten zijn dan die bij andere vormen van jeugdcriminaliteit. Scholen kunnen hierin samen met de gemeente en politie optrekken, bijvoorbeeld bij het controleren van kluisjes op wapens. Dan is het belangrijk om op scholen waar jongeren met wapens rondlopen hierover het gesprek met jongeren aan te gaan. Waarom doen ze dat? En als dat is omdat ze zich onveilig voelen, zijn daar dan andere oplossingen voor? Kunnen ze bijvoorbeeld om hulp vragen in plaats van een mes te dragen.’

Lokale multi-aanpak
‘Maar het zal niet altijd voldoende zijn om alleen het gesprek aan te gaan. Vaak spelen meerdere problemen op de achtergrond. Die situaties vragen om een persoonsgerichte aanpak, of een groepsaanpak als het gaat om problematische en overlast veroorzakende jeugdgroepen. Het doel is om jongeren te helpen naar een beter bestaan, een uitweg te bieden uit de criminaliteit, waardoor de wijk veiliger en leefbaar wordt. De taak van de politie daarin is herkenbaar en zichtbaar aanwezig zijn daar waar de jeugd samenkomt. Om tijdig problemen te kunnen signaleren en adresseren, maar ook om streng op te treden als het niet anders kan.’

‘Geweldgebruik door jongeren is in de meeste gevallen te begrijpen onder het verleggen van grenzen en dat is van alle tijden. Maar het is belangrijk om hen daarop te blijven corrigeren. We mogen het nooit normaal gaan vinden dat kinderen messen – of wat voor wapens dan ook – gebruiken of bij zich hebben.’

Uitleg selectie van cijfers
Binnen het Strafrecht zijn diverse classificaties mogelijk. Vanuit de delictscategorie ‘geweld’ is dat bijvoorbeeld: ‘openlijke geweldpleging’, ‘zware mishandeling’ of ‘moord/doodslag’. Maar ook bij andere delicten kan een mes zijn gebruikt, zoals bij ‘diefstal’ of ‘straatroof’. De eerste stap is dus het selecteren van relevante delicten. Per registratie kan vervolgens in de toelichting worden aangegeven of gebruik is gemaakt van een wapen, zoals een mes. Als gebruik is gemaakt van een schroevendraaier, dienen deze zaken er weer uit gefilterd te worden. Dat alles betekent dat elke andere zoekvraag leidt tot andere cijfers. De absolute aantallen die hier gepresenteerd zijn dienen daarom te worden gezien als schatting. Omdat dezelfde zoekvraag is gebruikt voor meerdere jaren, is het wel mogelijk om trendmatige conclusies te trekken.

Geregistreerde first offenders
Uit cijfers van het CBS blijkt dat in de afgelopen tien jaar de gemiddelde leeftijd voor geregistreerde first offenders niet opvallend is gewijzigd. Het eerst gepleegde delict wordt daarbij niet zwaarder. Dat nuanceert het beeld dat we denken te zien, namelijk dat criminelen op jongere leeftijd in beeld komen bij de politie en zwaardere delicten plegen. Maar de toename van het aantal messteekincidenten waarbij minderjarigen zijn betrokken is zorgelijk en vraagt alertheid van ons allemaal.