De huizenprijzen in de Europese Unie waren in het tweede kwartaal van 2021 gemiddeld 7,3 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Nederland kende na Estland (+16,1 procent), Denemarken (+15,6 procent), Tsjechië (+14,5 procent), Luxemburg (+13,6 procent) en Litouwen (+13,3 procent) de grootste stijging. Behoudens Cyprus steeg de huizenprijs in alle landen van de Europese Unie. In 13 van de 28 landen uit de EU kennen de huizenprijzen een stijging die groter is dan 10 procent. Vorig kwartaal was dat bij 5 landen het geval.
Prijsstijging huizen wordt steeds groter
De huizenprijsindex, waarin de transactieprijzen van zowel nieuwbouw als bestaande koopwoningen worden meegenomen, was in het tweede kwartaal 12,8 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee was de prijsstijging voor het vijfde kwartaal op rij groter dan in het voorafgaande kwartaal. De transactieprijs van een nieuwbouwkoopwoning bleef gemiddeld gelijk ten opzichte van vorig kwartaal en was gemiddeld 11,4 procent hoger dan een jaar eerder. De prijs van een bestaande koopwoning steeg vergeleken met een jaar eerder, met 13 procent, harder dan die van nieuwbouwwoningen. Deze prijsstijging van bestaande koopwoningen was de hoogste jaar-op-jaarstijging in 20 jaar.
Minder transacties koopwoningen in het tweede kwartaal
In het tweede kwartaal werden 52 787 bestaande koopwoningen en 8 793 nieuwbouwkoopwoningen verkocht. Dit is respectievelijk 3,9 procent minder en 9,9 procent meer dan een jaar eerder. In totaal is het aantal verkochte woningen gedaald met 2,1 procent, de eerste afname na 7 kwartalen van groei ten opzichte van een jaar eerder in het totaal aantal transacties.