Het convenant maakt het mogelijk dat de politie actuele gegevens meteen mag delen met de gemeente, bijvoorbeeld bij een woninginbraak.
Burgemeester Tjapko Poppens ziet het convenant als een belangrijke stap in het veiliger maken van Amstelveen. “Politie en gemeentelijke boa’s werken al nauw samen. Cruciaal daarbij is adequate informatie-uitwisseling. Het unieke van dit convenant is dat we op adresniveau gegevens met elkaar kunnen uitwisselen. We kunnen sneller en meer specifieke informatie met elkaar delen en daardoor beter en gerichter toezicht houden. Het helpt ons ook bij preventie en nazorg.”
Informatie delen
Het delen van informatie betekent onder andere dat de politie het kenteken van een gestolen auto, het signalement van een dader of een ander strafbaar feit direct aan de bijzondere opsporingsambtenaren (boa’s) van de gemeente kan doorgeven. De boa’s kunnen de politie als ‘oren en ogen op straat’ helpen bij hun opsporingstaken. De gemeente kan met deze informatie inwoners sneller en gerichter informeren en adviseren over bijvoorbeeld woninginbraken in een wijk. Het convenant voldoet aan de criteria van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Wet Politiegegevens (Wpg). Daarmee is de privacy van personen geborgd.
Volgens teamchef Eric Aldewereld helpt het convenant de politie om verdachten eerder in beeld te krijgen. “Door snel informatie met elkaar te delen neemt de heterdaadkracht van de politie toe”, aldus Aldewereld.
Ook wethouder handhaving Herbert Raat is blij met het convenant. “Als onze boa’s direct politie-informatie ontvangen, kunnen zij de politie beter informeren bij de opsporing van misdrijven. Dat geldt voor allerlei terreinen, niet alleen bij inbraken en overvallen. Informatie-uitwisseling kan ook plaatsvinden bij bijvoorbeeld het illegaal dumpen van afval.”
Het convenant is een pilot van zes maanden. Na die tijd vindt een evaluatie plaats.