AMSTELVEEN - De rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de twee bestuurders van het failliete bedrijf Grondontwikkeling Nederland (GON) hun taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld en dat het zusterbedrijf van GON (Vastgoedplan Nederland BV, VPN) onrechtmatig heeft gehandeld.
Standpunten curator
GON hield zich bezig met een vorm van grondhandel die ook wel grondspeculatie wordt genoemd. Het bedrijf is in oktober 2021 failliet verklaard. In deze procedure stelt de curator in het faillissement van GON dat sprake was van onbehoorlijk bestuur en onrechtmatig handelen door gedaagden, waardoor schuldeisers van GON zijn benadeeld. Volgens de curator hebben de bestuurders van GON en zusterbedrijf VPN de onderneming van GON overgedragen aan VPN zonder dat daar een reële vergoeding voor is betaald. Daardoor is GON achtergebleven als ‘lege huls’, met alleen maar schulden en zonder bezittingen. Ook zijn volgens de curator jaarrekeningen niet tijdig gedeponeerd en voldoet de administratie van GON niet aan de wettelijke eisen. Door dit alles zijn volgens de curator schuldeisers van GON benadeeld. De curator heeft daarom vorderingen ingediend die erop neerkomen dat de bestuurders aansprakelijk zijn voor het boedeltekort en VPN voor de schade. Ook vraagt de curator aan de rechtbank een bestuursverbod voor een van de bestuurders.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt in dit vonnis dat sprake is van overname van activiteiten van GON door VPN met betrekking tot het (rendabele) project De Scheg-Oost in Amstelveen zonder dat daarvoor een reële vergoeding is betaald. Hierdoor hebben de bestuurders van GON en VPN onrechtmatig gehandeld ten opzichte van de boedel en de gezamenlijke schuldeisers. Bovendien hebben de bestuurders van GON hun taak kennelijk onbehoorlijk vervuld omdat zij geen deugdelijke administratie hebben gevoerd en de jaarrekeningen 2017, 2018 en 2019 te laat hebben gedeponeerd. Daarom zijn de bestuurders aansprakelijk voor het tekort dat is achtergebleven na het faillissement. VPN is aansprakelijk voor de schade die GON heeft geleden. De hoogte van de schade is nog niet bekend, dat wordt in een aparte procedure behandeld. Het gevorderde voorschot van 500.000 euro staat wel al voldoende vast. Dat wijst de rechtbank voor alle gedaagden gezamenlijk toe. De rechtbank vindt een bestuursverbod te ver gaan. Bovendien zou dat ertoe leiden dat de betreffende bestuurder niet door kan gaan met het project De Scheg-Oost, en dat zou niet in het belang zijn van de beleggers.